Pilot Klei in Veen

Samen met Waterschap Amstel, Gooi & Vecht, het Veenweide Innovatie Centrum in Zegveld en het Louis Bolk Instituut wordt de pilot ‘Klei in Veen’ opgestart. Deze pilot wordt mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Dichtbij Fonds van Rabobank Rijn & Veenstromen. 

Het idee van ‘Klei in Veen’ is het periodiek verspreiden van een kleine hoeveelheid klei (lutum) op het veenweidegebied, zodat middels inspoeling hiervan de onderliggende veenbodem kan worden verrijkt met lutumdeeltjes. De lutumdeeltjes gaan een binding aan met de organische stof in het veen en een stabiel klei-humus complex wordt gevormd. Dit complex is moeilijk af te breken door het bodemleven en remt de veenoxidatie. Dit zorgt niet alleen voor vermindering van de bodemdaling maar ook de CO2 uitstoot neemt af.

Eerder onderzoek
Vanuit het Louis Bolk instituut is er een uitgebreid onderzoek gaande naar de effectiviteit van de maatregel, zowel op lab- en praktijkschaal. De eerste resultaten hiervan lijken veelbelovend en laten een remming zien van 20-50% van de CO2 uitstoot. Middels praktijkproeven in Zegveld, de Krimpenerwaard en Oldelamer (Friesland) is geëxperimenteerd met de dosering van klei, tijdstip van toevoegen, manier van toevoegen en is geobserveerd wat de effecten zijn op de grasgroei en hoeveel klei wordt ingespoeld. Aspecten waar nog verder onderzoek naar gedaan moet worden zijn de methode van aanbrengen, de logistieke uitvoering en de effecten op de bodem. Deze aspecten moeten in nieuwe pilots, zoals binnen het gebied Groot Wilnis-Vinkeveen, verder vorm krijgen.

Praktijkonderzoek in Groot Wilnis-Vinkeveen
In de praktijkonderzoek in Groot Wilnis-Vinkeveen wordt de toepassing van klei in veen verder opgeschaald. Het onderzoek krijgt een looptijd van minimaal 5 jaar. Het plan is om komend najaar te starten. Op twee percelen van ongeveer 2,5 hectare groot zal een dun laagje van ongeveer 1 cm gedroogde klei worden aangebracht. Dit betreft zware klei met een hoog lutum gehalte die met behulp van een meststrooier op het land gebracht wordt. Dit proces wordt drie keer uitgevoerd met een tussenperiode van een jaar. Gedurende de looptijd van het onderzoek worden de effecten nauwlettend gemonitord. De eerste resultaten worden na een half jaar verwacht.

Onderdeel van de pilot is ervaring opdoen met de praktische aspecten van veenverrijking met klei. Denk aan uitdagingen bij het aanbod van geschikte kleigrond met een schone grond verklaring, het droogproces, transport, logistiek, etc. Deze kennis is zeer waardevol om verdere opschaling in de toekomst mogelijk te maken en meer inzicht te krijgen in de kosten. Daarnaast worden er samen met Waternet, het Louis Bolk Instituut en het VIC onderzoeksvragen opgesteld gelieerd aan de effecten op de bodem- en bodemdaling, de waterkwaliteit, de emissiebeperkende effecten en de voor/nadelen voor de agrariër.